top of page

Revalidatiegeneeskunde

 

Revalidatie begint met een revalidatiediagnose. Hierbij wordt gekeken waar de problemen die iemand heeft vandaan komen en welke overige factoren mogelijk een rol spelen bij het onderhouden van de klachten. Voor deze screening gebruiken we het Bio-Psycho-Sociale model. Hierbij wordt ervan uit gegaan dat de aandoening veelal in het lichaam ontstaat (het biologische deel), maar dat er vaak gevolgen zijn op het psychologische en/of sociale vlak. Soms zijn onderhoudende factoren dingen die in de persoonlijkheid spelen. Iemand die zichzelf altijd wegcijfert, kan als er bijvoorbeeld rugklachten ontstaan, dit een tijdlang volhouden, maar dan kunnen er dusdanig problemen ontstaan dat hij/zij wel moet toegeven, dat het niet meer gaat en daarvoor hulp moet zoeken.

 

Na vaststelling van de revalidatiediagnose, wordt een behandelplan opgesteld. De diverse behandelaars kunnen vaak in de eerste lijn worden gevonden, maar als de revalidatiediagnose ingewikkeld is en er op veel gebieden beperkingen zijn ontstaan, kan er voor worden gekozen dit in een behandelcentrum dat gespecialiseerd is in de aandoening, worden behandeld. Hierbij worden dan meerdere disciplines ingeschakeld, die in nauw overleg met elkaar samenwerken. Hier is dan sprake van Medisch Specialistische Revalidatie (MSR).

Binnen de revalidatie vinden veel verschillende soorten behandelingen plaats. De revalidatiearts coördineert en adviseert over het algemeen. Ook is de revalidatiearts de aangewezen persoon om binnen een bepaald traject injecties te geven in verschillende gewrichten (bijvoorbeeld met corticosteroïden in een schoudergewricht) en verder zorgt hij/zij voor verwijzingen naar de (orthopedische) schoenmaker of instrumentmaker.

Ook nadat een revalidatietraject is afgerond, kunnen bij vervolgconsulten nog adviezen gegeven worden hoe een en ander in de praktijk goed toe te passen is.

bottom of page